Op
17 Augustus 1974 werd op Radio Noordzee Internationaal
Top 50 nummer 178 uitgezonden, gepresenteerd door Ferry
Maat. In de LosGoud uitzendingen van 20, 23,
27
en 30
Augustus 2007 kon je deze hele Top 50 nog een keer terughoren, gepresenteerd
door Ben Meijering. Door die programma’s zat
informatie over de groepen en artiesten, evenals lokaal nieuws verwerkt
En
hier vind je nog wat advertenties uit Augustus 1974
De
uitzendingen van 20 en 27 Augustus zijn van 20:00 –
21:00 en die van 23 en 30 Augustus van 18:00 – 19:00. LOS Radio zendt uit op de 107.5 MHz
via de ether en 102.4 MHz via de kabel.
Zo zag de Top 50 er toen uit, links de voorkant,
rechts de achterkant.
|
|
Hieronder kun je foto’s en artikelen vinden uit
de Muziek Expres-sen, Muziek Parades, Oor en Popshop
die rond de zomer van 1974 uitkwamen.
De voorpagina van
de muziekkrant Oor van 28 Augustus 1974
10CC
Maakt intelligente pop
10 CC is een groep,
die via de supercommerciële single 'Donna' ongeveer anderhalf jaar geleden
plotseling de aandacht van het platenkopende teenybopperpubliek
op zich gevestigd zag. Ook opvolger 'Rubber Bullits'
was een schot in de commerciële roos, maar de groep zelf vond dat ze met deze
soort muziek niet het publiek bereikte waar ze in feite op doelden. Er werd
flink aan de 'image' gesleuteld, maar toen 10 CC aan
het begin van dit jaar de single 'The Worst Band In The World'
introduceerde, raakten ze vast in een vacuum.
De
teenyboppers begrepen niets meer van de muziek en een
nieuw publiek kondigde zich vooralsnog niet aan, waardoor de single nooit van
de grond kwam. Toch ging
de groep voort op de ingeslagen weg, wat onlangs resulteerde in de release van
de LP 'Sheet Music' - een uitstekend album met veelal
satirische, humoristische teksten, knap gemixed met
een veelheid aan afwisselende ritmes. Nu de single 'Wall
Street Shuffle' ook hier in
de hitparade staat, begint het erop te lijken dat er ook in Nederland enige
waardering gaat komen voor de verrichtingen van dit sympathieke viertal. De
muziek die ze maken kan eenvoudigweg worden omschreven als intelligente pop.
VOORTGEKOMEN UIT THE HOTLEGS
10 CC bestaat uit Eric Stewart, Lol Creme, Kevin Godley
en Graham Gouldman. Ze
groeiden op in hetzelfde district van Manchester en reeds
in de Lagere Schooltijd formeerden ze hun eerste groep. In het voorjaar van
1970 richtten Eric, Lol en Kevin
the Hotlegs op, een formatie die het een zomerlang
uithield en met 'I'm A Neanderthal
Lol Creme
Man' een grote hit
had. Er werd ook nog een LP uitgebracht, maar toen was het met the Hotlegs wel weer bekeken. „De hele tendens was veranderd en
we wilden gewoon wat nieuwe dingen gaan doen", vertelde Lol ons onlangs
toen hij met Ten CC in Nederland was voor TV-opna
men. „We gingen de studio in waar we in kontakt kwamen met Graham. Omdat
we de bestaande kontrakten moesten afwerken, vertrokken
we daags daarna als the Hotlegs op tournee door
Engeland met the Moody Blues en we namen Graham mee. De tour werd geen succes, omdat de muziek die
wij maakten geheel afweek van de 'Neanderthal Man.'
Na de tour leek het ons dan ook het beste dat we gewoon aan het nieuwe project
zouden beginnen als studio-muzikanten. We sloten een kontrakt met Jonathan King en het
allereerste studio-resultaat was
'Donna'. In feite bestond er op dat moment nog geen groep, maar toen 'Donna' een hit dreigde te worden, lanceerde Jonathan King ons als 10 CC".
DE STUDIO ALS HUIS
In die periode voelt
Ten CC zich nog echt een studio band. Sinds een jaar echter gaan ze ook
regelmatig op tournee. „Die liveoptredens bevallen
ons best, maar we blijven in principe natuurlijk een studioband. De studio is
ons huis, de plek waar we thuishoren, We zullen nooit een typische 'on-the-road' band worden. We zijn een studio-band
die af en toe op tournee gaat. Zoiets als Steely Dan.
In september gaan we overigens weer werken aan een nieuwe LP. Hoe komen de
songs van Ten CC tot stand? „Dat hangt ervan af. Je kunt 'n muzikaal idee
krijgen, of een riff, waar je dan op verder borduurt. Meestal ontstaan dan ook
meteen de teksten, waarbij dan vooral the American way of living het zwaar te
verduren heeft."
DE MUZIEK ALS SHOW
10 CC is niet alleen
in Engeland, maar ook in Amerika waanzinnig populair. De LP 'Sheet Music' is een van de meestgedraaide
LP's van het moment en ook de 2 tournees die ze
gemaakt hebben waren uiterst succesvol. De eerste tournee vond plaats in maart
en de groep was geboekt in de kleinere clubs. Twee maanden geleden echter tourden ze 4 weken lang langs de grotere concertzalen. „In
New York speelden we in een uitverkocht Madison Square Gardens, samen met
Johnny Winter, Ten Years After en Slade. We waren de enige
groep, die er geen uitdrukkelijke stage-act op na
hield. We zullen bijv. nooit over het podium gaan
rennen als bijv. Slade. De hoofdgedachte achter Ten
CC is de muziek, die weer voor een groot deel met de teksten in verband staat.
We beschouwen onze muziek als show. Als je daar een act aan gaat toevoegen
streef je je doel voorbij". Door deze uitspraken
is Ten CC eigenlijk een buitenbeentje in de popmuziek, Maar dan wel een
buitenbeentje dat zeer de moeite van het beluisteren waard is!
ALBERT
WEST’s AGENDA IS HELEMAAL VOL GOUWE OUWE HITS
toen ik m’n laatste concert met the Shuffles speelde, heb ik m'n
gitaar weggezet en ben ik in een hoekje gaan zitten huilen.. .'
Dit zijn de woorden
van Albert West, die als solo-zanger
op het ogenblik gigantische successen boekt in Duitsland, Oostenrijk en
Scandinavië en in Nederland ook weer eens in de hitparade staat met zijn
prachtig gezongen liedje 'Just One
Of Life's Little
Tragedies'.
Het was aan het
begin van de zeventiger jaren, dat hij samen met de formatie the Shuffles eerst nationaal en later ook internationaal zeer
hoge ogen gooide met door en door trieste liedjes die er bij het platenkopende
publiek ingingen als koek. Het grootste succes was zonder meer 'Sha La La, I Need
You' dat zelfs tot ver over onze grenzen een begrip
werd. Omdat het succes in de eerste plaats te danken was aan Albert's vokale prestaties, zat
het er breed in dat Albert op een gegeven moment een solo-carriere zou beginnen. Dit gebeurde in 1972. Albert's eerste solosingle 'Sunday'
werd een redelijk succes en er bestond geen twijfel over, dat er voor Albert West solo een gouden toekomst in het verschiet lag.
De grote hits, alle geheel eigen interpretaties van
'gouwe ouwe' hits, bleven elkaar opvolgen en 1973 betekende de doorbraak in
diverse Europese landen. Hij stond maandenlang in de hitparade$ van Duitsland
2n Zwitserland en was met 'Ginny Come
Lately' maar liefst 4 maanden lang lijstaanvoerder
van de Oostenrijkse charts. Hoe populair hij in Oostenrijk
is, kan worden afgeleid uit het feit dat Albert
onlangs uit handen van de Oostenrijkse minister van Financiën een prijs kreeg
uitgereikt omdat hij was uitgeroepen tot de populairste artiest van het moment.
DE TOEKOMST
Albert West vertoeft momenteel vrijwel dagelijks
over de grenzen en ziet nu ook in Spanje en Skandinavië
zijn ster zeer snel rijzen. Bovendien zijn er onderhandelingen gaande over een
plaatopname en eventuele concerten in Engeland. De agenda voor 1974 is meer dan
vol en het lijdt geen twijfel dat Albert West bezig
is om in heel Europa erg groot te worden. Zijn geboorteplaats Rosmalen kan
trots op hem zijn....
Hoe kan dat
nou vraagt Barend Servet zich af, deze week staat hij stationair op nummer 27
The Bay City Rollers – 5 David Cassidy’s
The Bay City Rollers zijn vooral in Engeland waanzinnig
populair. De groep bestaat uit ALAN LONGMUIR, DEREK LONGMUIR, ERIC FAULKNER, LESLIE
MC. KROWN en STUART WOOD. Doordat geen van de jongens
ouder is dan 18 jaar zijn ze op het ogenblik de jongste hitparade groep. Hun
single 'Shang A Lang' heeft zelfs de Nederlandse
hitparade gehaald en inmiddels heeft opvolger 'Summer Season' in thuisland
Engeland ook weer een aardige notering voor the Rollers opgeleverd.
Twee jaar geleden
had de groep voor de eerste keer een top 10 hit met 'Keep On
Dancing'. Helaas waren ze toen niet bij machte om tijdig met een opvolger voor
die single te komen, waardoor ze al spoedig in het vergeetboek raakten en
genoegen moesten nemen met af en toe een optreden in een 2e rangs
club. Van de oorspronkelijke leden vertrokken er in deze slappe
tijden een paar, omdat ze niet meer in het succes
geloofden. Het restant van de groep echter bleef hard doorwerken en bleef in
zichzelf geloven, wat uiteindelijk heeft geleid tot een grandioze comeback. Aan
het begin van dit jaar zaten ze in het voorprogramma van David
Cassidy tijdens diens Engelse tournee. Sindsdien zijn
the Bay City Rollers minstens even populair als deze
zoetgevooisde zanger. Overal waar ze optreden zorgen ze voor een golf van
hysterie onder het overwegend vrouwelijk publiek.
Van het begin tot
het eind wordt een optreden van de groep overstemd door gillende meisjes, die
hun liefde aan de groepsleden betuigen door ringen, juwelen. snoepjes,
bloemen en andere blijken van aanhankelijkheid op het podium te werpen. De
jongens zelf zijn enigszins verbaasd over deze golf van hysterie, maar ze zijn
vastbesloten om het nu wel te gaan maken. Een overbezette agenda en de nieuwe
single zijn in ieder geval positieve stappen in de goede richting ...
HOE
RUSTIG EN DRUK HET WEL IS BIJ EARTH & FIRE
Het zijn twee
rustige maar aan de andere kant ook drukke baasjes, die gebroeders Koerts van Earth & Fire. Dat rustige is te merken aan de lange stiltes, die
vallen als je een interview met ze maakt en dat drukke slaat op hun muzikale aktiviteiten. Ze zijn eigenlijk altijd bezig met muziek. Is
het niet om nieuwe nummers voor Earth & Fire te schrijven dan is het wel om zich verder te
verdiepen in theoretische muziekkennis of luisteren ze naar klassieke muziek of
jazzmuziek, waarin ze nieuwe ritmes hopen te ontdekken. Ze willen n.l. een
beetje af van dat zware, massale geluid. Chris Koerts: „Ik geloof, dat we
langzamerhand een ouder publiek krijgen, want de muziek, die we op het podium
maken is echt niet voor kinderen, want die vervelen zich wezenloos op den duur;
het is veel te zwaar! Over het algemeen hebben we dan ook publiek van 20
tot 30 jaar. Toch willen we in de toekomst wat nieuwe ritmes gebruiken, die het
geheel wat swingender maken. Al is de jazzmuziek dan
dood, het swingt enorm, dus daarom luisteren we er veel naar. Waarschijnlijk is
pure jazz te moeilijk voor het grote publiek. Al die 8/9 maatjes en zo. King Crimson b.v. is pure jazz,
maar wij zoeken een compromis tussen melodie en swing." Op de nieuwe LP,
die in september klaar moet zijn, komen 4 à 5 nummers te staan
die volgens planning, die nieuwe ritmische
elementen al zullen gaan bevatten. Deze keer is er geen vast thema voor de LP.
Het zullen op zich zelf staande nummers worden. Intussen is de single 'Love of Life.' alweer uit, met op
de achterkant een instrumentaal vervolg daarop. In het najaar staan tours door
Engeland en Duitsland op de planning, want Earth
& Fire heeft uiteraard „vreemd gaans-aspiraties". Wie niet, vraag ik mij wei eens af!
Nog wel even aardig om te vermelden: hun plaat, die in de 'Superstar-shine'serie
via Polydor is uitgebracht, wordt binnenkort goud en
is daarmee de best verkochte plaat uit die serie tot nu toe, Chris en Gerard Koerts zijn de grote
drijfveren achter Earth & Fire
en met succes. We zullen nog veel van ze horen, dacht ik zo.
Eric Clapton Story
Deel 1
DE PREHISTORIE
of: Wat er aan de superformatje
Cream voorafging ...
Het kan raar lopen met
popmuzikanten. Artiesten die naar verhouding vrij weinig presteren, lopen van
arrogantie naast hun schoenen en artiesten die werkelijk iets presteren, doen
dit af met een simpele opmerking als: „Ach, zo bijzonder is het nou ook weer
niet." Eric Clapton
behoort tot die laatste categorie. Reeds in de
zestiger jaren bij the Yardbirds zette hij
gitaarakkoorden om in gouden klankenreeksen. Althans, dat vond het publiek. Eric zelf vond het gewoon 'een andere manier van je gitaar
vasthouden'. Het publiek droeg hem op handen en verzon in hun jeugdig
enthousiasme de kreet 'Clapton Is God', zich hierbij
nauwelijks realiserend dat hun idool hierdoor geestelijk kapot zou gaan. Hij
kon het predikaat superstar niet verwerken en werd het slachtoffer van zijn
eigen virtuositeit. Elke groep die hij na de legendarische Cream
oprichtte werd gelanceerd als superformatie, met als enig resultaat dat die
formatie na hooguit een jaar kapot ging aan spanningen en geestelijke druk. Wat
hij ook deed, Clapton bleef een symbool voor alle
jonge gitaristen die ooit zo goed als Clapton hoopten
te worden.... Tenslotte, na het legendarische Bangla Desh Concert in de zomer
van '71 verdween Clapton spoorloos, gedesillusioneerd
en over z'n toeren om pas in 1973 weer op het toneel
te verschijnen binnen een formatie, waarin hij hoopte niet op te vallen. Namen
als Pete Townsend, Stevie Winwood en Elton John - toch ook geen kleine
jongens - moesten hier voor zorgen. Maar het werd het concert van Eric Clapton, niemand had het
anders verwacht... Onlangs formeerde Eric zijn
zoveelste band, waarmee hij nu op tournee is door Amerika. Weer hoor je het
publiek in Amerika krijsen: Clapton Is God! Daarom
deze maand het verhaal van de wonderbaarlijke gitarist én het verhaal van The Yardbirds, John Mayall, Cream, Blind Faith en alle andere groepen, die een onderdeeltje vormden
uit het bewogen leven van Eric Clapton
...
ERIC CLAPTON -
GEBOORTE EN JEUGD VAN EEN GITARIST
Op 30 maart 1945
wordt in Ripley in het Engelse graafschap Surrey een buitenechtelijk jongetje geboren dat de naam Eric meekrijgt. Hij wordt opgevoed door opa en oma Clapton, aangezien vader Clapton
gezien zijn drukke werkzaamheden als metselaar/stukadoor geen tijd heeft en
moeder Clapton weinig interesse toont in haar kind.
De jeugd van Eric verloopt desondanks geheel normaal
en in de eerste jaren wijst niets erop, dat hij zich muzikaal tot een
grootmeester zal gaan ontwikkelen. Hij heeft weinig interesses en na de
middelbare school vertrekt hij naar de kunst-academie
om het ontwerpen van gebrandschilderde ramen te gaan bestuderen. Op 15 jarige
leeftijd begint Eric's belangstelling voor muziek
zich te ontwikkelen. Hij heeft een album van BILL BROONZY gehoord en is daar zo
van onder de Indruk, dat hij bij zijn vader om een gitaar gaat zeuren om de
songs te kunnen naspelen. Hij krijgt een akoestische gitaar, maar geeft al gauw
zijn studiepogingen op. Wanneer 2 jaar later de bluesmuziek in opmars is, neemt
hij toch zijn gitaar-studie weer op. Zijn werk aan de
universiteit laat hij versloffen met als gevolg dat hij er binnen 3 maanden
wordt weggestuurd. Eric zit daar in het geheel niet
meer en gaat zich vanaf dat moment helemaal op zijn gitaar concentreren en
luistert dagenlang aandachtig naar de ontwikkeling van blues, R&B en rock'n'roll. CHUCK BERRY en BO DIDDLEY zijn zijn eerste favorieten, maar naarmate hij zich dieper in de
geschiedenis van de muziek graaft komt hij terecht bij BLIND LEMON JEFFERSON, SON HOUSE en SKIP JAMES.
Eric Clapton leert zichzelf
blues spelen door alle platen noot voor noot te analyseren en aan het einde van
zijn 'studie' zijn alle grote favorieten van het jaar
daarvoor vervangen door BLIND BOY FULLER,' ROBERT
JOHNSON en B.B. KING. Eric: ,ln eerste instantie wilde ik
gewoon naspelen wat Ik op hun platen hoorde en het resultaat aanvullen met iets
van mezelf. Maar langzaam maar zeker gingen de dingen van mezelf
overheersen".
VIA BRIAN JONES EN
THE ROOSTERS NAAR THE YARDBIRDS
Het oprichten van
een groep is op dat moment de meest voor de handliggende stap in de richting
die uiteindelijk moet leiden tot een prof-status. De
eerste groep waarin Clapton verstrikt raakt heet THE
ROOSTERS en wordt in 1962 opgericht. In de loop van haar korte bestaan bespelen
achtereenvolgens BRIAN JONES (later Rolling Stones),. TOM McGUINNESS (later Manfred Mann en nog later McGuinnes Flint) en PAUL JONES
(later Manfred Mann) de instrumenten. Er
is geen geld en binnen 2 maanden worden the Roosters ontbonden. Clapton stapt over naar CASEY JONES AND THE ENGINEERS, een merseybeatgroep
uit Liverpool. De band speelt uitsluitend top 20 werk
en Eric blijkt hier mentaal niet tegen bestand. Hij
wil verder dan de commerciële muziek en ziet geen enkele andere oplossing dan
ook bij deze groep op te stappen. Brian Jones is ondertussen toegetreden tot het beatsyndikaat van de heren Jagger
en Richards en met de groep THE ROLLING STONES maakt
hij de plaatselijke clubs onveilig. Eric, op zijn
beurt, wordt gevraagd bij THE YARDBIRDS, een groep
die In de Crawdaddy Club in Richmond
haar domicilie heeft. In de eerste dagen van the Yardbirds
begint Eric aan zijn reputatie te bouwen door
opwindende, door merg en been gaande (blues) gitaar-soli.
Toch voelt Eric zich nauwelijks gelukkig binnen de
groep, want zijn improvisatiemogelijkheden worden door leider KEITH RELF tot
het uiterste beperkt. Op 8 december 1963 wordt in the Crawdaddy
Club het allereerste Yardbirds album opgenomen: 'Sonny Boy Williamson and the Yardbirds'. Het is in feite een LP van SONNY BOY WILLIAMSON
met begeleiding van the Yardbirds. Op diezelfde avond
worden the Yardbirds gestrikt voor een serie club-optredens in de befaamde Londense
Marquee Club. Hier wordt in 1964 hun 2e LP opgenomen 'Five Live Yardbirds' en In november '64 komt de allereerste single 'Goodmorning Little Schoolgirl' uit. In die periode, 1964/1965, zijn the Yardbirds naast de Rolling Stones
de meest geliefde bluesband van Engeland. Ze maken materiaal à la Muddy Waters en Chuck Berry en ze gelden in 'beatkringen' alom als de grootste
bedreiging voor de Stones. Jagger
echter is meer persoonlijkheid dan de bleke Yardbirds-zanger
Keith Reit en dat is de belangrijkste reden dat the Yardbirds In de schaduw van de Stones
blijven staan. Eric Clapton
krijgt ondertussen steeds meer weerzin tegen de commerciële richting die Relf wil doorvoeren en wanneer de internationale doorbraak
uitblijft, besluit Clapton in 1965 the Yardbirds te verlaten ...
CLAPTON IS GOD
Als Clapton uit de groep verdwenen is, krijgen the Yardbirds vrijwel meteen een ontstellend grote hit: 'For Your Love'.. Clapton's plaats is ingenomen
door JEFF BECK (en later JIMMY PAGE). Na een optreden in de film 'Blow Up' van regisseur Antonioni
ontbindt Relf in 1968 de Yardbirds
en formeert voor zichzelf de groep RENAISSANCE. Uit het restant van the Yardbirds komt tenslotte Led
Zeppelin tevoorschijn (zie Zeppelin Story/ ME feb. 74). In een interview met Clapton komt naar voren, dat hij na 18 maanden Yardbirds zichzelf volkomen kwijt was, doordat hij zich
geheel moest onderwerpen aan de commercieel gerichte aspiraties van de Yardbirdsleider. Na z'n vertrek
bij the Yardbirds wordt Eric
echter vrijwel onmiddellijk benaderd door JOHN MAYALL,
die in die tijd al bekend stond als bluesmuzikant, die uitsluitend blues
speelde. Het verzoek komt voor Eric als een geschenk
uit de hemel. De samenwerking die hier uit voortvloeit wordt heden
ten dage nog gezien als een van de keerpunten in de geschiedenis van de
rockmuziek. Eric blijft precies 18 maanden bij de
band van John Mayall en in
die 18 maanden wordt hij in staat gesteld om onder invloed van o.a. B.B. King zijn gitaartechnieken te perfectioneren. THE
BLUESBREAKERS werken hard en spelen avond aan avond in de Flamingo Club, waar
hun naam vóór Eric's toetreding nauwelijks hoger
reikte dan die van GEORGIE FAME en ZOOT MONEY. Maar op het moment dat Clapton zich bij de band voegt (the Bluesbreakers
bestaan verder uit JOHN MAY
ALL, HUGHIE FLINT en JOHN MCVIE) puilt the Flamingo
uit.
Clapton groeit uit tot een fenomeen en op de muren
van vrijwel alle Londense wijken verschijnt in witte
verf de kreet 'Clapton Is God'.
DE ALLEREERSTE
SESSIE
Een traditie in die
dagen is, om na een concert met z'n allen de kroeg in
te duiken. Eric's favoriete kroeg is The Ship, waar ook grootheden als SPENCER DAVIS en STEVIE
WINWOOD regelmatige gasten zijn. In deze kroeg groeit het idee om af en toe -
bij gelegenheid - een gastoptreden in elkaars
formaties te doen. Zo komt het voor dat Clapton
opduikt in de Spencer Davis Group
en Stevie Winwood voor een
optreden van the Bluesbreakers komt opdagen. Een
andere gitarist die bij tijd en wijle bij de Bluesbreakers speelt is JACK BRUCE,
afkomstig uit de GRAHAM BOND ORGANISATION. Wanneer op
een avond in juni van het jaar 1966 ook Bond's
superdrummer GINGER BAKER in de Bluesbreakers
speelt, komt er plotseling een waas van betovering over het optreden te hangen.
Het is dan alleen nog maar een kwestie van tijd voordat de heren Bruce, Baker en Clapton, gezamenlijk iets zullen gaan doen ...
MET EEN BIGBAND NAAR
ITALIË
Jack Bruce wordt op 14 mei 1943 in Bishopsbriggs,
Schotland geboren als zoon van een ingenieur. Jack bezoekt in zijn jeugd
ongeveer 12 verschillende scholen, omdat zijn vader weinig rust in z'n lijf heeft en steeds van woonplaats verwisselt. Reeds op de middelbare school krijgt Jack een beurs voor het
conservatorium - de Royal Scottisch
Academy - voor de vakken compositie en piano. Na 6
maanden houdt hij het voor gezien. omdat hij vaker
borden moet wassen dan muziek mag maken. Als Jack 13 is heeft
hij zijn eerste song gecomponeerd en krijgt hij van zijn moeder een basgitaar. Vier
jaar later speelt hij in het FREDDY RILEY TRIO, dat in Glasgow
en omstreken aardig boert. Hierbij moet worden aangetekend, dat de groep
uitsluitend in de pauze van andere concerten mocht optreden. Een jaar later
ongeveer, besluit Jack naar Londen te gaan om daar zijn succes te gaan
beproeven. Hij blijft in Coventry steken in een
bigband waarmee hij naar Italië gaat. Na 1 optreden staat hij weer op straat,
omdat de band door het Italiaanse publiek wordt weggefloten
en ter plekke wordt ontbonden. Terug in Engeland zit er niets anders op dan
onder de open hemel te gaan wonen en werken. Op een of andere duistere wijze
echter komt Jack in het bezit van een brief, waarin naast een 20 dollar biljet
ook een uitnodiging zit om op die en die datum ergens in de buurt van Venetië
te komen optreden. Jack leent wat geld van een vriendin, die
voor de Consul in Parijs werkt, koopt een Mercedes
uit 1954 en reist af naar Italië waar hij op kerstnacht arriveert. Hij speelt
achter elkaar door, totdat de organisator van het 'concert' hem wegstuurt omdat
de muziek die hij maakt veel te 'free' is voor de
Italiaanse oren. Terug in Londen speelt hij een blauwe maandag in een jazzband
en komt tenslotte in kontakt met een groep, waarin
ook GINGER BAKER en DICK HECKSTALL-SMITH
zitten.
Weer
een pophuwelijk?
De lieftallige
LYNSEY DE PAUL is weer in ons midden met een nieuwe single: 'Ooh I Do'. Lynsey begon wat in de
vergetelheid te raken door het lange uitblijven van een opvolger voor 'Won't Somebody Dance With Me'. Moeilijkheden met
haar platenmaatschappij waren daar de oorzaak van. Onlangs heeft ze echter een
nieuw contract getekend met Warner Bros en daarna is
ze meteen aan het werk getogen waarvan als resultaat nu reeds
de single 'Ooh I Do' terwijl een elpee niet lang meer
op zich zal laten wachten.
We hadden het geluk
een babbeltje met haar te kunnen maken, zodat ze nu het een en ander zelf van
commentaar kan voorzien.
Deze single wijkt
nogal af van de vorige ...
Lynsey: „Ja, dat komt omdat 'Won't
Somebody Dance With Me' in Engeland niet hoger is gekomen dan een 14e'
plaats en alhoewel ik het zelf mijn fijnste nummer
vind, wilde ik toch een wat commerciëlere 'follow-up' maken. Prettige
bijkomstigheid is dat de 'Phil Spector-sound'
op het moment weer zeer in trek is en omdat ik daar altijd al gek op geweest
ben, wilde ik eenzelfde soort geluid proberen te creëren. Om dat zelfde
'massale' effect te krijgen heb ik veel dingen meerdere malen op moeten nemen.
Zo heb ik bijvoorbeeld 2 drumtracks, 3 akoestische gitaren, 2 bastracks, 5 saxen,
1 tuba, 2 trompetten, 2 hoorns, 5 piano's!, 10 stemmen en dan natuurlijk nog
mijn eigen stem. Je moet niet denken dat je ieder instrument apart terug kunt
horen op de plaat, maar alleen op die manier krijg je dat 'grootsemassale'
effekt. Ook de castagnetten zijn erg 'sound-bepalend', daarmee krijg je zo'n
soort 'Ronettes-geluid'."
Lynsey is een aktief en
muzikaal zeer begaafd 'wijfie', dat precies
weet wat ze wil. Buiten de muziek heeft ze
momenteel nog andere din
gen aan haar (mooie) hoofdje: trouwplannen! Met
niemand minder
dan 'WIZZARD' ROY WOOD! We wensen haar alvast veel geluk, met ROY en met 'OOH
I DO'...
|
Wie mocht denken
dat de Rolling Stones 'dood' zijn vergist zich toch
mooi. 's Werelds meest decadente rockgroep heeft weliswaar niet zoveel van
zich laten horen de laatste tijd, maar met het uitbrengen van hun nieuwe LP 'it's Only Rock'n
Roll (But I Like It)' is een begin gemaakt
met een groots offensief dat achter de Stones-schermen
is voorbereid. Het spectaculairste onderdeel hiervan is de op handen zijnde
gigantische wereldtour, die het grootste gedeelte van 1975 In beslag zal gaan
nemen. Dan pas mogen de diverse leden weer drie maanden In Engeland
verblijven, dit om belastingtechnische redenen. Ook bestaan er plannen voor
een film, terwijl Mick Jagger
samen met David Bowie het
witte doek onveilig wil gaan maken. |
Met
Mud meer mens
Nadat de MUD-trein ook door Nederland geraasd heeft, waarbij de
belangrijkste steden volkomen platgewalst werden en zich ook hier de nodige
taferelen hebben afgespeeld, kunnen we wel stellen dat MUD het volkomen gemaakt
heeft. We zullen ze niet snel vergeten en gelukkig kunnen we ze nog iedere
maandag in de Toppop zien, want zoals we vorige maand al schreven, maandagavond
is nog steeds MUD-avond. Dit keer hadden de jongens
niet eens tijd om een middagje naar de Top-popstudio
te komen, zodat regisseur Rien van Wijk met een
cameraploeg naar Londen moest om toch met een MUD-filmpje
te kunnen komen. Die laatste single 'The cat crept in' heeft in Engeland alleen al in de eerste 9 dagen
dat 'ie uit was meteen 218.000 exemplaren verkocht.
Het is daar hun vijfde hit. Bij ons is het de derde, maar het is dan ook weer
meteen goed raak!
Micky Most, de befaamde producer, zegt over MUD:
„Toen ik de groep voor de eerste keer zag, dacht ik meteen: dit is de groep van
de toekomst. Zij zijn hun tijd vooruit en dempen het gat dat ontstaan is tussen
bijv. de Sweet en Stade. Ze
zijn ook erg humoristisch, net als indertijd de Beatles, die ook door iedereen
zo gewaardeerd werden omdat ze
zichzelf nooit serieus namen. Ik geloof dat als MUD
zichzelf serieus zou gaan nemen, het hun ondergang zou betekenen."
Toch kan de groep
zich soms erg kwaad maken over de afgunst die bij sommige collega's uit de muziekbiz is ontstaan na het stormachtige succes van MUD.
Zo zijn er
bijvoorbeeld geruchten de wereld ingeholpen als zou
Rob Davis, de gitarist, niet zelf het
intro op 'Tigerfeet' hebben gespeeld. Les zegt
daarover: „Kijk, ik wil heus niet beweren dat wij briljant zijn, maar er moet
toch wel even duidelijk naar voren gebracht worden dat Rob, die zelf te
bescheiden is om daar veel drukte over te maken, toevallig wel een graad heeft
behaald aan het Koninklijk Conservatorium waar hij klassiek gitaar heeft
gestudeerd. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat hij de beste gitarist van de
wereld is, maar hij speelt natuurlijk wel zijn eigen platen in en zo'n introotje is voor hem heus geen probleem.
Als je een beetje
commerciële pop brengt, zoals wij dat doen, gaan de mensen meteen twijfelen aan
je capaciteiten, want dan denken ze weer met een soort Monkee-toestand
te maken te hebben, waarbij de platen gemaakt worden door studio-musici
met een paar leuke jongens voor de foto's en zo. Nou, bij ons is dat beslist
niet het geval!"
Hoe komt een groep
die per slot van rekening al zo'n 6 jaar langs de
landelijke clubs en scholen trekt, nu ineens aan die grote hits?
Les: „Als je zo'n tijd speelt, wil je natuurlijk wet eens de top bereiken
en daarom gingen we alle belangrijke platenmensen af. We kwamen ook bij
Jonathan King terecht, die een hele 'zware jongen' in
de platenwereld is. We wilden hem wat tapes laten horen, maar hij bekeek ons
niet eens. Daarna zijn we naar Micky Most gegaan, die
ons weer bij Chinn en Chapman
onderbracht, met het bekende resultaat. Jonathan King
kwamen we laatst nog in de studio tegen en toen hebben wij hèm
eens z'n vet gegeven. Gek zoals de verhoudingen dan
ineens veranderen."
Tja, zo gaat dat in
dit vak, MUD zit in ieder geval voorlopig wel goed en we mogen de heren Most, Chinn en Chapman wel dankbaar
zijn dat ze MUD voor ons uit de modder getrokken hebben!
Paperlace
– gangsters van het cabaret Paperlace werd een paar maanden geleden uit de poel
der onbekendheid gelicht toen hun single 'Billy Don't Be A Hero' de hitparade
opklom. Voordat deze single een hit werd, had de formatie Paperlace
al een jaar of 3 met succes een soort cabaret gedaan in ballrooms en clubs. Aanvankelijk
bestond de groep uit MICHAEL BAUGHAN, PHIL WRIGHT, CLIFF FISH en CHRIS MORRIS, maar Chris Morris
heeft de formatie inmiddels verlaten en hij is
vervangen door CARLOS SANTANA. Momenteel staat hun
2e single 'The Night Chicago
Died', geschreven door het bijzonder creatieve duo Mitch Murray en Pete Callander, hoog in de
diverse Europese hitparades. Hun gangster-act met
geweren is puur theater, want Paperface bestaat uit
4 uiterst vriendelijke, clean-ogende jongemannen,
die je met een gerust hart aan je moeder zou kunnen voorstellen. Wat gaat de
toekomst brengen? In de eerste plaats een LP, die rond september moet
uitkomen. Verder gaat de groep zich verdiepen in het creëren van een
verantwoorde combinatie van cabaret en pop. „Hopelijk geeft het publiek ons
de kans dit uit. te werken en gaan zij niet af op wat we tot nu toe hebben
gepresteerd". . . |
|
Patricia Paay
en Heart staan deze week stationair op nummer 36 met Lovemaker
Paul McCartney en Wings zakken deze
week van 13 naar 19 met Band on the run
Rob de Nijs komt samen met Mirella
binnen op 49 deze week
Slade stijgt van 26 naar 24 met
The Bangin’ Man
Van
de Sparks zullen we nog veel horen
Twee maanden geleden
introduceerden wij de SPARKS, die toen net een grote
verandering hadden ondergaan door zich in Engeland te vestigen en de bezetting
van de groep drastisch te wijzigen. Het blijkt een wijs besluit te zijn
geweest, want na de jarenlange vruchteloze experimenten in Amerika, kunnen de
SPARKS zich nu verheugen in een grote belangstelling en een uitstekende
platenverkoop. Omdat de heren niet zulk voor de hand liggende muziek maken,
zijn we RON en RUSSELL MAEL, de twee 'spillen' waar
de groep om draait, eens gaan opzoeken voor wat 'inside-information'.
De tekst van 'This Town Ain't
Big Enough For Both Of Us' is nogal verwarrend,
waar gaat het precies over?
Russell: „Het is een tekst van Ron
en het gaat over iemand, die gewoon bezig is met alledaagse zaken zoals naar
een restaurant gaan, een douche nemen, of zelfs vliegen. Terwijl hij daarmee
bezig is, zijn zijn gedachten echter vol van veel
avontuurlijker dingen zoals die bijv. in films
voorkomen, hij slaat dan aan het fantaseren."
Ron: „De uitdrukking 'This
Town Ain't Big Enough For Both
Of Us' is een cliché, dat oneindig vaak gebruikt is
in cowboy- of gangsterfilm. Ik interesseer me enorm
voor cliché's, want ze ontstaan uit gewone, veel
voorkomende algemene situaties, waar ze vaak afgezaagd en vervelend zijn. Als
je ze echter uit hun verband haalt en op het juiste moment gebruikt, kunnen ze
juist heel origineel worden, net zoals bijvoorbeeld in
deze tekst. Verder houdt het allemaal niet zoveel in, de woorden passen goed in
de muziek, that's alI."
De titel van jullie
elpee 'Kimono My House' is ook niet bepaald
gebruikelijk, hoe zijn jullie daaraan gekomen? Russell:
„De foto met die twee Japanse meisjes in kimono vonden we zo goed, dat we hem
beslist voor de hoes wilden gebruiken. Het probleem was echter dat
we helemaal geen Japanse muziek maakten, of op
andere wijze met de foto in verband konden worden gebracht. Net toen we
daarover aan het praten waren zei Ron ineens: 'come on to
my house' hetgeen
onduidelijk uitgesproken precies als 'Kimono My House'
klonk. Het is gewoon een taalkundig grapje, verder niets, geen diepere
achtergrond of zo.'
Toen jullie in
Engeland aankwamen hebben jullie advertenties geplaatst voor nieuwe
groepsleden. Hoe is het toen verder gegaan?
Ron: „We kregen op die advertenties eigenlijk
geen goede musici en het kostte ons veel tijd. Muff Winwood ontmoette toen stomtoevallig een groep die nummers
van onze vroegere elpees speelden. Zij bleken enorme 'Sparks-freaks'
te zijn en we zijn ze toen gaan opzoeken. De volgende dag hadden ze de zanger
eruit gegooid en sloten zich bij ons aan, zodat vanaf die dag de opnamen konden
beginnen."
Het resultaat is inmiddels overbekend, de wereld is eindelijk rijp voor de ideeen van Ron en Russell en als je ze persoonlijk wilt schrijven kan dal via
de aktieve Engelse fanclub waarvan hier het adres:
SPARKS-FANCLUB 8 Basingstreet, LONDON W 11
Samen met de
MFSB zingen de Three Degrees
Love is the Message van 43
naar 40 deze week
Bekende nederlanders gaven toen ’t goede
voorbeeld om een helm te dragen
Muziek Expres was ‘t “Veronica blad”en Muziek Parade het “RNI blad
”
En de RNI DJ’s waren ook live to
zien bij de Muziek Parade Drive-in Show
RNI bracht een prachtig boek uit waarop deze foto
stond afgebeeld op de voorpagina
Terlenka en Corduroy
waren toen in de mode
Vloerbedekking was toen meestal een kamerbreed
tapijt
Wat had ik toen graag een bandrecorder gehad om
van RNI op te nemen, maar helaas 800 tot 900 gulden had ik niet in m’n
portemonnee
Een kleine
greep uit het Lokale Nieuws uit De Bunschoter van Augustus 1974
Dorpsfilm van 2 Augustus 1974
In een speciaal artikel werd vorige week aandacht
besteed aan een der Spakenburgse Dagen die nu ook
landelijk steeds meer belangstelling trekken. De individuele ideeën van deelnemenden en geïnteresseerden spelen hierbij
vanzelfsprekend eveneens een rol en in dit kader vestigen wij mede door
bijgaande foto nog even de aandacht op de stunt van Keurslagerij Koelewijn, Broerswetering 4, die
met medewerking van de Vereniging Keurslagerij een gigantisch spit voor zijn
zaak opstelde om daaraan een „gewichtige" kwaliteits
os te roosteren. Uiteraard was er voor deze reus aan 't
spit grote belangstelling en velen lieten zich na de flink wat tijd vergende
braadpartij het vlees goed smaken. Getuige de reacties was het inderdaad een os
van kwaliteit.
Een prestatie van geheel andere aard maar
kwalitatief niet minder verrichtte de 61-jarige Mengs
Veldhuizen, Eemdijk 18, die voor het eerst in zijn
leven de internationaal bekende vierdaagse van Nijmegen meeliep en ... uitliep.
Ongetrainde Mengs had met de afstand
van 4 x 40 kilometer en met het slechte weer dat zelfs routiniers
soms parten speelde geen moeite, hij liep de 100 kilometer blaarloos en
probleemloos. Een sportieve prestatie van formaat, goed voor extra dorpsfilm-vermelding.
In de schijnwerper:
Hollandse Knopen Fabriek Spakenburg BV.
Teneinde de tengevolge van de inpoldering van de Zuiderzee te verwachten
werkloosheid op te vangen, werd in 1929 met steun van de „Rijksdienst tot
Uitvoering van de Zuiderzeesteunwet 1925" aan de
Zuidwenk in Spakenburg een knopenfabriek gesticht, de
„N.V. Hollandsche Knoopenfabriek",
later herdoopt in „Hollandse Knopenfabriek Spakenburg B.V.".
Onder een nagenoeg geheel uit Nijkerkers
bestaande bedrijfsleiding wist het bedrijf zich in de vooroorlogse crisisjaren
te handhaven en zich een goede reputatie op de Engels-sprekende
markten te verwerven, waar de naam „Dutch Buttons
Ltd." ook heden ten dage nog een begrip is. De
oorlogsjaren waren vanzelfsprekend zeer moeilijk en in 1944 moest de productie
wegens gebrek aan grondstoffen worden gestaakt. In juni 1945 werd de fabriek
heropend en in het verdwijnen in 1947 van de uit Nijkerkers
bestaande bedrijfsleiding (die in dat jaar besloten een eigen fabriek in Nijkerk te beginnen), werd met voor 99% uit Spakenburgers
bestaand personeel een begin gemaakt met de uitbouw van het bedrijf. In de
vijftiger jaren werd begonnen aan de automatisering
van de fabricage, die in een periode van ongeveer twintig jaar nagenoeg werd
voltooid en men kan zeggen dat de fabriek thans tot de modernste en best
uitgeruste van Europa behoort. Een gevolg van de automatisering was de daarmede
min of meer gelijke tred houdende inkrimping van het
personeel van 420 man in de jaren vijftig tot 150 man nu. In tegenstelling tot
de beginjaren vormen knopen (en de eraan verwante gespen) nog wel het
voornaamste, maar niet meer het enige product van deze fabriek.
De knopen worden gemaakt uit zowel het oudste, in
1895 uitgevonden, plastic-materiaal galalith of caseine-plastic als
uit zeer moderne kunststoffen, zoals polyester, acrylaat
e.d. Het caseine-plastic
wordt in plaat-, staaf- of
gondelvorm gekocht, terwijl polyester in eigen bedrijf in plaat-
en staafvorm wordt gefabriceerd. De bewerking van de knopen geschiedt
voornamelijk verspanend-, daarnaast worden ook polyesterknopen
in rubbervormen gegoten. Aangezien de knoop een mode-artikel
is, is de variatie enorm, wat alleen al daaruit blijkt, dat elk jaar twee
nieuwe collecties van zo'n 2-300 modellen worden
uitgebracht in maten en kleuren, die 6 tot 12 maanden later in de mode zullen
zijn.
De afzet geschiedt. voor
ca. 20% in liet binnenland en voor ca. 80% in het buitenland, waarbij
Noord-Amerika en West-Europa een grote rol spelen.
Daar de knopenbranche altijd gevoelig is voor mede-schommelingen, wat naast zeer drukke ook rustige
perioden oplevert., zijn de laatste jaren ook diverse
nevenactiviteiten ontplooid: zo werkt bijvoorbeeld een aantal personeelsleden
in een toeleveringsafdeling voor diverse industrieën. waarvoor allerlei
onderdelen uit fiber, pertinax e.d.
worden vervaardigd.
Daarnaast worden, hoofdzakelijk uit acrylaat, allerlei voorwerpen vervaardigd, zoals kleinmeubelen, (onderdelen van) vitrines,
winkelinrichtingen, ruiten, peilglazen, beschermkappen, kleuterschoolmozaïeken,
kunstnijverheidsartikelen, enz.
Tevens werd de knopengiet-techniek
toegepast bij het gieten van kleine en grotere polyester vormstukken.
De omschakeling van de aan
ruw werk gewende vissers en visserszonen tot specialisten, die niet de
modernste machines goed kunnen omgaan, is zonder meer succesvol verlopen en dat
het hierbij om trouwe werkers gaat moge hieruit blijken, dat zich onder het
personeel niet minder dan 20 personen bevinden, die het bedrijf al 40 jaar of
langer hebben gediend en die daarvoor koninklijk zijn onderscheiden.
De Dorpsfilm van 30 Augustus
1974
Onze gelukwensen gaan ditmaal uit naar Zeevisgroothandel en
Rokerij fa. Gebr. Muijs. Op het industrieterrein Zuidwenk-Noord is vorige week door de firmanten een nieuw
visverwerkend bedrijf in gebruik genomen. Gedurende een aantal uren werd er
„open huis" gehouden. Zeer velen maakten van die gelegenheid gebruik.
Felicitaties gaan ook uit naar Wim
van Rossum die aan de Dr. Philipsschool
te Hilversum het electr.-diploma
M 2 T behaalde. Van de Chr. Ver. tot verpleging van
langdurige zieken „Het Zonnehuis" te Utrecht vernamen we dat de onlangs
gehouden collecte ƒ2780,- opgebracht heeft. Aan het verzoek gevers en geefsters
hartelijk dank te zeggen, voldoen we graag.
Dat zelfs de meest verstokte paardenboer niet
opgewassen is tegen de opmars van het ijzeren paard: de tractor, bleek een
dezer dagen weer eens overduidelijk. De heer J. ter Beek, Kon. Wilhelminastraat 59 ruilde zijn paard in tegen een
gloednieuwe landbouwtractor, waarmee een der laatste „paardenboeren" uit
de gehele omgeving overstag gegaan is.
Tenslotte maakten we nog een plaatje van het kindertreintje, dat vorige
week enkele dagen op het marktplein rondreed. De VóDé-winkeliers,
die dit organiseerden, hebben er ongetwijfeld vele kinderen een plezier mee
gedaan.
Terug naar de LosGoud Startpagina